Reisverslag van smaldeel l
30 JANUARI—20 MAART 1964
Den Helder - Gibraltar - Napels - Malta - Taranto - Malta -
Cadiz - Den Helder
Smaldeel-Commandant: commandeur R. W. Baron van Lynden
Hr. Ms. De Ruyter (vlag), commandant: kapitein ter zee S. H. de Boer
Hr. Ms. Holland, commandant: kapitein-luiteriant ter zee J. A. Lawson
Hr. Ms. Rotterdam, commandant: kapitein-luitenant ter zee P. T. Plaatsman
Hr. Ms. De Zeeuw, commandant: luitenant ter zee der Ie klasse F. F. Brinkman
Hr. Ms. Zeeleeuw, commandant: luitenant ter zee der Ie klasse J. H. J. M. Lohmeijer
Gedetacheerd op het Royal Naval Air Station Halfar/Malta van 4 februari—11 maart: 2 S-2A's en
2 P-2H's, commandant: luitenant ter zee vlieger der Ie klasse H. J. Haverman
In dit verslag was ik geplaatst aan boord van Hr.Ms.Rotterdam.
Op zondag 26 januari vertrok Hr. Ms. Holland omstreeks het middaguur uit Den Helder naar de gemeten mijl van Arran voor vaartproeven op 28 januari. Wij vertrokken op 29 januari in de ochtend uren uit Den Helder voor vaartproeven op de gemeten mijl van West Looe. De resterende schepen van smaldeel l, te weten Hr. Ms. De Ruyter, Hr. Ms. De Zeeuw en Hr. Ms. Zeeleeuw vertrokken op 30 januari eveneens uit Den Helder naar zee. Diezelfde dag hadden we nabij Quessant een rendez-vous met Hr. Ms. De Ruyter en met Hr. Ms. Holland
Hr. Ms. De Zeeuw begaf zich individueel op weg voor een rendez-vous met de overige bovenwater-schepen nabij Gibraltar, terwijl Hr. Ms. Zeeleeuw de individuele opmars naar Napels aanving.
Tijdens deze opmars hielden we individuele oefeningen. Tezamen met ons vlaggeschip gingen we op weg richting Gibraltar.
3 februari zijn we aangekomen in de baai van Gilbraltar waar de ceremoniële saluten zijn afgegeven en ontvangen waarna we af konden meren aan de Olielaadsteigers om olie te laden.
In de middaguren kregen de bemanningen gelegenheid tot oplopen in Gibraltar en op de platvoet vertrokken we weer naar zee.
Even buiten de baai werd rendez-vous gemaakt met Hr. Ms. De Zeeuw en werd van de gelegenheid gebruik gemaakt voor het overgeven van de te Gibraltar ontvangen post. Hierna zetten de vier schepen de opmars naar Napels gezamenlijk voort, waarbij gezamenlijke en individuele oefeningen werden uitgevoerd.
In de avonduren stak een zeer koude oostelijke wind op, welke tot 9 februari bleef doorstaan en welke de aankomst te Napels op 7 februari tot een koude aangelegenheid maakte. Alle schepen waren op de dagwacht van 7 februari in het rendez-vous ten zuiden van Ischia bij elkaar, zodat de laatste mijlen van de opmars naar Napels gezamenlijk konden worden afgelegd. Op 7 februarie s'morgens vroeg arriveerde wij voor de haven van Napels. Hr. Ms. De Ruyter langszij, de overige schepen in de laag, wat betekende dat we met de kont naar de steiger lagen en voor gespreid twee ankers uit hadden staan.
De behels wel een stukje zeemanschap !
In napels was het oever en weer gaan van hoge pieten en de bemanning kon gaan passagieren. Het smaldeel kreeg de beschikking over bus transport naar Pompeï, waar ik ook aan mee heb gedaan. Deze ruïnes hebben veel indruk op mij gemaakt en kon me een beetje inleven in de angst die die mensen hebben moeten doorstaan in de over weldige lava stroom. Zondag ging de wind liggen en werd het een aangename dag. Ik ben toen met een busreis mee gegaan en hebben de enorme krater van de Vesuvius bezocht.
Ik weet dat ik er ben geweest, maar heb daar geen beeldvorming meer van. Het enige wat ik weet dat ik in een groot dal keek, en dat het grijs was met hier en daar een rookpluimpje uit de grond. Maandag 10 februari vlagden de schepen van smaldeel l van top ter gelegenheid van de Koninklijke verloving. Enige in de haven liggende schepen van de Amerikaanse marine deden dit eveneens.
Daags daarna vertrokken we met het geheel smaldeel en oefenden wij ter zuiden van het eiland Capri, waarne we opstoomden langs Sicilië en de vuilkaan Stromboli door de straat van Messina. Gedurende de nacht gingen we al oefenend richting Malta waar we tijdens een sleepoefening met Hr.Ms. de Ruyter met elkanders boegen in aanvaring kwamen.
Ik zelf stond op de bak van de Rotterdam en maakte deze lichte tik die toch wel aardig aankwam mee, want die grote kruiser gaf geen millimeter mee ..... het gevolg was een beetje slagzij, en na loskomen bleken we een gat te hebben in onze BB boeg nog ver boven de waterlijn
30 JANUARI—20 MAART 1964
Den Helder - Gibraltar - Napels - Malta - Taranto - Malta -
Cadiz - Den Helder
Smaldeel-Commandant: commandeur R. W. Baron van Lynden
Hr. Ms. De Ruyter (vlag), commandant: kapitein ter zee S. H. de Boer
Hr. Ms. Holland, commandant: kapitein-luiteriant ter zee J. A. Lawson
Hr. Ms. Rotterdam, commandant: kapitein-luitenant ter zee P. T. Plaatsman
Hr. Ms. De Zeeuw, commandant: luitenant ter zee der Ie klasse F. F. Brinkman
Hr. Ms. Zeeleeuw, commandant: luitenant ter zee der Ie klasse J. H. J. M. Lohmeijer
Gedetacheerd op het Royal Naval Air Station Halfar/Malta van 4 februari—11 maart: 2 S-2A's en
2 P-2H's, commandant: luitenant ter zee vlieger der Ie klasse H. J. Haverman
In dit verslag was ik geplaatst aan boord van Hr.Ms.Rotterdam.
Op zondag 26 januari vertrok Hr. Ms. Holland omstreeks het middaguur uit Den Helder naar de gemeten mijl van Arran voor vaartproeven op 28 januari. Wij vertrokken op 29 januari in de ochtend uren uit Den Helder voor vaartproeven op de gemeten mijl van West Looe. De resterende schepen van smaldeel l, te weten Hr. Ms. De Ruyter, Hr. Ms. De Zeeuw en Hr. Ms. Zeeleeuw vertrokken op 30 januari eveneens uit Den Helder naar zee. Diezelfde dag hadden we nabij Quessant een rendez-vous met Hr. Ms. De Ruyter en met Hr. Ms. Holland
Hr. Ms. De Zeeuw begaf zich individueel op weg voor een rendez-vous met de overige bovenwater-schepen nabij Gibraltar, terwijl Hr. Ms. Zeeleeuw de individuele opmars naar Napels aanving.
Tijdens deze opmars hielden we individuele oefeningen. Tezamen met ons vlaggeschip gingen we op weg richting Gibraltar.
3 februari zijn we aangekomen in de baai van Gilbraltar waar de ceremoniële saluten zijn afgegeven en ontvangen waarna we af konden meren aan de Olielaadsteigers om olie te laden.
In de middaguren kregen de bemanningen gelegenheid tot oplopen in Gibraltar en op de platvoet vertrokken we weer naar zee.
Even buiten de baai werd rendez-vous gemaakt met Hr. Ms. De Zeeuw en werd van de gelegenheid gebruik gemaakt voor het overgeven van de te Gibraltar ontvangen post. Hierna zetten de vier schepen de opmars naar Napels gezamenlijk voort, waarbij gezamenlijke en individuele oefeningen werden uitgevoerd.
In de avonduren stak een zeer koude oostelijke wind op, welke tot 9 februari bleef doorstaan en welke de aankomst te Napels op 7 februari tot een koude aangelegenheid maakte. Alle schepen waren op de dagwacht van 7 februari in het rendez-vous ten zuiden van Ischia bij elkaar, zodat de laatste mijlen van de opmars naar Napels gezamenlijk konden worden afgelegd. Op 7 februarie s'morgens vroeg arriveerde wij voor de haven van Napels. Hr. Ms. De Ruyter langszij, de overige schepen in de laag, wat betekende dat we met de kont naar de steiger lagen en voor gespreid twee ankers uit hadden staan.
De behels wel een stukje zeemanschap !
In napels was het oever en weer gaan van hoge pieten en de bemanning kon gaan passagieren. Het smaldeel kreeg de beschikking over bus transport naar Pompeï, waar ik ook aan mee heb gedaan. Deze ruïnes hebben veel indruk op mij gemaakt en kon me een beetje inleven in de angst die die mensen hebben moeten doorstaan in de over weldige lava stroom. Zondag ging de wind liggen en werd het een aangename dag. Ik ben toen met een busreis mee gegaan en hebben de enorme krater van de Vesuvius bezocht.
Ik weet dat ik er ben geweest, maar heb daar geen beeldvorming meer van. Het enige wat ik weet dat ik in een groot dal keek, en dat het grijs was met hier en daar een rookpluimpje uit de grond. Maandag 10 februari vlagden de schepen van smaldeel l van top ter gelegenheid van de Koninklijke verloving. Enige in de haven liggende schepen van de Amerikaanse marine deden dit eveneens.
Daags daarna vertrokken we met het geheel smaldeel en oefenden wij ter zuiden van het eiland Capri, waarne we opstoomden langs Sicilië en de vuilkaan Stromboli door de straat van Messina. Gedurende de nacht gingen we al oefenend richting Malta waar we tijdens een sleepoefening met Hr.Ms. de Ruyter met elkanders boegen in aanvaring kwamen.
Ik zelf stond op de bak van de Rotterdam en maakte deze lichte tik die toch wel aardig aankwam mee, want die grote kruiser gaf geen millimeter mee ..... het gevolg was een beetje slagzij, en na loskomen bleken we een gat te hebben in onze BB boeg nog ver boven de waterlijn
e schade maakte werfassistentie nodig. De oefeningen voor het smaldeel gingen door echter zonder ons, wij werden naar Malta gedirigeerd ter reparatie van de schade aan de boeg. Na afloop van de oefeningen op vrijdag 14 februari stoomde het smaldeel op naar de oostkust van Sicilië, waar gedurende het weekeinde geankerd zou worden.
zaterdag 15 februari laadde Hr. Ms. Holland varende op zee olie uit Hr. Ms. De Ruyter, waarna het smaldeel aan het einde van de voormiddag ten zuiden van Syracuse onder de Siciliaanse kust ten anker kwam.
Hier werden de eerste 8 wedstrijden van de smaldeel B-2 sloeproeiwedstrijden gehouden. Op zondag 16 februari werden na afloop van de kerkdiensten en de inspecties de sloeproeiwedstrijden afgewerkt, waarbij de wisselbeker van Hr. Ms. Zeeleeuw, die deze op de najaarsreis veroverde, overging naar een roeiploeg van de matrozenopIeiding van Hr. Ms. De Ruyter. Verder werden die dag schiet en viswedstrijden gehouden. Doordat wij in het dok lagen heb ik daar niets van mee gekregen....... Mijn eerste bezoek aan Malta was dus noodgedwongen een must en dat vond ik echt niet erg hoor.
Ik heb daar een pracht herinnering aan want het aanblik van deze haven is een lust voor het oog. Een haven met geschiedenis. 17 februari ging het smaldeel weer anker op......
De Rotterdam voegde zich weer bij het smaldeel na een snel uitgevoerde provisorische herstelling van de schade aan de boeg. Gedurende de verdere dagen van deze week bleef het smaldeel oefeningen uitvoeren op het gebied van de onderzeebootbestrijding, artillerie, gevechtsinformatie en verbindingen in het oefenterrein ten zuiden van Malta, waarbij de schepen 's nachts varende bleven. Donderdag 20 februari was de eerste dag na aankomst in de Middellandse zee, dat er een harde wind doorstond die een flinke deining en zee veroorzaakte, die speciaal voor het fregat onaangenaam was.
Het schip bracht die nacht door in één der baaien van Malta. Op vrijdag 21 februari te 08.00 uur arriveerde het smaldeel, uitgezonderd Hr. Ms. De Zeeuw, voor de haven van Valleita. Het vlaggeschip gaf achtereenvolgens een saluut van 21 schoten af aan de Britse vlag en één van 17 schoten aan de vlag van de Commander-in-Chief Mediterranean, Admiral Sir John Hamilton KBE, Hierna voeren de schepen de haven binnen en meerden af, Hr. Ms. De Ruyter op boeien in de Grand Harbour, de overige schepen langszij de New Quay voor olieladen. Hr. Ms. De Zeeuw meerde af langszij de oliesteiger in de Marsax Lokk baai. Na gereedheid olieladen op de achtermiddag verstoomden de schepen naar de hun aangewezen ligplaatsen in de Sliema Creek.
zaterdag 15 februari laadde Hr. Ms. Holland varende op zee olie uit Hr. Ms. De Ruyter, waarna het smaldeel aan het einde van de voormiddag ten zuiden van Syracuse onder de Siciliaanse kust ten anker kwam.
Hier werden de eerste 8 wedstrijden van de smaldeel B-2 sloeproeiwedstrijden gehouden. Op zondag 16 februari werden na afloop van de kerkdiensten en de inspecties de sloeproeiwedstrijden afgewerkt, waarbij de wisselbeker van Hr. Ms. Zeeleeuw, die deze op de najaarsreis veroverde, overging naar een roeiploeg van de matrozenopIeiding van Hr. Ms. De Ruyter. Verder werden die dag schiet en viswedstrijden gehouden. Doordat wij in het dok lagen heb ik daar niets van mee gekregen....... Mijn eerste bezoek aan Malta was dus noodgedwongen een must en dat vond ik echt niet erg hoor.
Ik heb daar een pracht herinnering aan want het aanblik van deze haven is een lust voor het oog. Een haven met geschiedenis. 17 februari ging het smaldeel weer anker op......
De Rotterdam voegde zich weer bij het smaldeel na een snel uitgevoerde provisorische herstelling van de schade aan de boeg. Gedurende de verdere dagen van deze week bleef het smaldeel oefeningen uitvoeren op het gebied van de onderzeebootbestrijding, artillerie, gevechtsinformatie en verbindingen in het oefenterrein ten zuiden van Malta, waarbij de schepen 's nachts varende bleven. Donderdag 20 februari was de eerste dag na aankomst in de Middellandse zee, dat er een harde wind doorstond die een flinke deining en zee veroorzaakte, die speciaal voor het fregat onaangenaam was.
Het schip bracht die nacht door in één der baaien van Malta. Op vrijdag 21 februari te 08.00 uur arriveerde het smaldeel, uitgezonderd Hr. Ms. De Zeeuw, voor de haven van Valleita. Het vlaggeschip gaf achtereenvolgens een saluut van 21 schoten af aan de Britse vlag en één van 17 schoten aan de vlag van de Commander-in-Chief Mediterranean, Admiral Sir John Hamilton KBE, Hierna voeren de schepen de haven binnen en meerden af, Hr. Ms. De Ruyter op boeien in de Grand Harbour, de overige schepen langszij de New Quay voor olieladen. Hr. Ms. De Zeeuw meerde af langszij de oliesteiger in de Marsax Lokk baai. Na gereedheid olieladen op de achtermiddag verstoomden de schepen naar de hun aangewezen ligplaatsen in de Sliema Creek.
In dit weekend was er veel gelegenheid tot passagieren en werden er diverse bustochten georganiseerd waar veel gebruik van is gemaakt. Wat ik me nog kan herinneren ben ik wezen passagieren en heb mijn ogen uitgekeken aan de Engelse cultuur die hier op dit Middelandse zee eiland heerste en toch veel invloeden had van de Arabieren of andersom...... Pracht eiland waar je de geschiedenis er eens op na moet slaan.....
Op maandag 24 februari vertrokken de schepen op de voormiddag naar zee, uitgezonderd Hr. Ms. De Ruyter, die naar de New Quay verhaald werd voor het laden van olie. Ons vlaggeschip voegde zich later die dag bij ons en ging het smaldeel weer on toer, en oefende we bij Isola di Linosa
Ook op 26 februari bleef een harde wind doorstaan. In de avond uren keerden de schepen het oefenterrein bij Isola di Linosa de rug toe en begaven zich op weg naar een oefenterrein even ten zuiden van de Straat van Messina. In de loop van de nacht van 26 op 27 februari ging de wind bijkans geheel liggen, zodat bij de aanvang van de oefeningen op 27 februari nog slechts wat deining aanwezig was en een onbewolkte hemel het verblijf op zee veraangenaamde, evenals de aanblik van de met sneeuw bedekte top van de Etna, die op grote afstand zichtbaar was.
Op 27 februari begaven alle schepen zich op weg naar Taranto, alwaar het smaldeel het weekeinde van 28 februari tot 2 maart zou doorbrengen. Op de voormiddag van 28 februari stoomde het smaldeel de prachtige haven van Taranto, de Mar Grande, binnen. Na de over en weer gegeven ceremoniële saluten meerden de schepen van het smaldeel af op de boeien in de Mar Grande. De schepen lagen gemiddeld 2 a 3 kilometer van de stad verwijderd, doch dankzij assistentie van de Italiaanse marine met een aantal landingsvaartuigen ondervond het passagieren door deze afstand geen noemenswaardige hinder. Gedurende deze dagen wederom de excursies en sportwedstrijden met o.a. de Italiaans Marine en bustochten naar o.a. de Castellana grotten en het gebied bij Trulli. Op 4 maart werden de oefeningen ten zeerste bemoeilijkt door een plotseling opstekende Gregale, een lokale storm, welke in deze tijd van het jaar veelvuldig voorkomt. Een hoge oostelijke deining deed eveneens het verblijf op zee minder aangenaam worden. 5 maart bracht gelukkig wat beter weer, zodat het oefenen wat gemakkelijker zijn beloop kon krijgen. Op 6 maart in de middag uren liepen we Malta binnen , evenals de andere schepen van het smaldeel. Ons vlaggeschip was in de ochtenduren al binnen gelopen om olie te laden. Het was druk in de haven, behalve een aantal Britse schepen en het Nederlandse smaldeel brachten een smaldeel van de Amerikaanse 6e vloot, waaronder het vliegkampschip USS Shangri-La, en Italiaanse en Franse eenheden een bezoek aan Malta.
7 maart was weer een dag van spanning, om 07.00 uur s'morgens zag een vliegtuigmaker, die deel uitmaakte van het detachement te Halfar, kans een S-2A vliegtuig te stelen en daarmee het luchtruim te kiezen. Gedurende de gehele voormiddag wachtte een ieder, die van het gebeurde op de hoogte was, vol spanning af hoe deze, in de Koninklijke marine ongehoorde gebeurtenis, zou aflopen. Twee schepen waren stoomklaar, om zo nodig direct uit te kunnen varen.
Aan het einde van de ochtend werd bericht ontvangen, dat de man het toestel veilig aan de grond had kunnen zetten op een verlaten strip ten zuiden van Benghazi (Libye). De man werd door de Libische politie gearresteerd en het toestel onder bewaking gesteld. Helaas bleek het niet mogelijk het toestel en de vliegtuigmaker op korte termijn terug te brengen naar Malta, ondanks de pogingen daartoe door de commandant van het detachement ondernomen, die hiervoor speciaal naar Benghazi vloog.
Zondag 8 maart bracht rust voor de opvarenden van het smaldeel.
Na afloop van de kerkdiensten vertrokken wederom 90 opvarenden van het smaldeel op een excursie over het eiland. Op 9 maart kwam aan het bezoek aan Malta in de prille ochtend een einde.
Op de dagwacht vertrokken de schepen naar zee, met uitzondering van Hr. Ms. De Zeeuw, welke enige uren later volgde, na de post naar Nederland verzonden te hebben. Hiermede begon dan de laatste oefenweek in de Middellandse zee van deze winterreis.
Hr. Ms. Rotterdam arriveerde ten gevolge van een defect in de machineinstallatie eerst tegen het einde van de eerste wacht te Cadiz, en meerde langszij Hr. Ms. Holland.
In de ochtenduren van zaterdag 14 maart namen circa 290 opvarenden van het smaldeel deel aan een bustocht naar Jerez de la Frontera, het vermaarde sherry-centrum van Spanje, alwaar zij bij de diverse bodegas werden rondgeleid.
Maandag 16 maart vertrokken wij naar zee en werd met de opmars naar Nederland begonnen alwaar we al oefenend afmeerder te Den Helder, waarmede een einde kwam aan de winterreis 1964.
*********************
Op maandag 24 februari vertrokken de schepen op de voormiddag naar zee, uitgezonderd Hr. Ms. De Ruyter, die naar de New Quay verhaald werd voor het laden van olie. Ons vlaggeschip voegde zich later die dag bij ons en ging het smaldeel weer on toer, en oefende we bij Isola di Linosa
Ook op 26 februari bleef een harde wind doorstaan. In de avond uren keerden de schepen het oefenterrein bij Isola di Linosa de rug toe en begaven zich op weg naar een oefenterrein even ten zuiden van de Straat van Messina. In de loop van de nacht van 26 op 27 februari ging de wind bijkans geheel liggen, zodat bij de aanvang van de oefeningen op 27 februari nog slechts wat deining aanwezig was en een onbewolkte hemel het verblijf op zee veraangenaamde, evenals de aanblik van de met sneeuw bedekte top van de Etna, die op grote afstand zichtbaar was.
Op 27 februari begaven alle schepen zich op weg naar Taranto, alwaar het smaldeel het weekeinde van 28 februari tot 2 maart zou doorbrengen. Op de voormiddag van 28 februari stoomde het smaldeel de prachtige haven van Taranto, de Mar Grande, binnen. Na de over en weer gegeven ceremoniële saluten meerden de schepen van het smaldeel af op de boeien in de Mar Grande. De schepen lagen gemiddeld 2 a 3 kilometer van de stad verwijderd, doch dankzij assistentie van de Italiaanse marine met een aantal landingsvaartuigen ondervond het passagieren door deze afstand geen noemenswaardige hinder. Gedurende deze dagen wederom de excursies en sportwedstrijden met o.a. de Italiaans Marine en bustochten naar o.a. de Castellana grotten en het gebied bij Trulli. Op 4 maart werden de oefeningen ten zeerste bemoeilijkt door een plotseling opstekende Gregale, een lokale storm, welke in deze tijd van het jaar veelvuldig voorkomt. Een hoge oostelijke deining deed eveneens het verblijf op zee minder aangenaam worden. 5 maart bracht gelukkig wat beter weer, zodat het oefenen wat gemakkelijker zijn beloop kon krijgen. Op 6 maart in de middag uren liepen we Malta binnen , evenals de andere schepen van het smaldeel. Ons vlaggeschip was in de ochtenduren al binnen gelopen om olie te laden. Het was druk in de haven, behalve een aantal Britse schepen en het Nederlandse smaldeel brachten een smaldeel van de Amerikaanse 6e vloot, waaronder het vliegkampschip USS Shangri-La, en Italiaanse en Franse eenheden een bezoek aan Malta.
7 maart was weer een dag van spanning, om 07.00 uur s'morgens zag een vliegtuigmaker, die deel uitmaakte van het detachement te Halfar, kans een S-2A vliegtuig te stelen en daarmee het luchtruim te kiezen. Gedurende de gehele voormiddag wachtte een ieder, die van het gebeurde op de hoogte was, vol spanning af hoe deze, in de Koninklijke marine ongehoorde gebeurtenis, zou aflopen. Twee schepen waren stoomklaar, om zo nodig direct uit te kunnen varen.
Aan het einde van de ochtend werd bericht ontvangen, dat de man het toestel veilig aan de grond had kunnen zetten op een verlaten strip ten zuiden van Benghazi (Libye). De man werd door de Libische politie gearresteerd en het toestel onder bewaking gesteld. Helaas bleek het niet mogelijk het toestel en de vliegtuigmaker op korte termijn terug te brengen naar Malta, ondanks de pogingen daartoe door de commandant van het detachement ondernomen, die hiervoor speciaal naar Benghazi vloog.
Zondag 8 maart bracht rust voor de opvarenden van het smaldeel.
Na afloop van de kerkdiensten vertrokken wederom 90 opvarenden van het smaldeel op een excursie over het eiland. Op 9 maart kwam aan het bezoek aan Malta in de prille ochtend een einde.
Op de dagwacht vertrokken de schepen naar zee, met uitzondering van Hr. Ms. De Zeeuw, welke enige uren later volgde, na de post naar Nederland verzonden te hebben. Hiermede begon dan de laatste oefenweek in de Middellandse zee van deze winterreis.
Hr. Ms. Rotterdam arriveerde ten gevolge van een defect in de machineinstallatie eerst tegen het einde van de eerste wacht te Cadiz, en meerde langszij Hr. Ms. Holland.
In de ochtenduren van zaterdag 14 maart namen circa 290 opvarenden van het smaldeel deel aan een bustocht naar Jerez de la Frontera, het vermaarde sherry-centrum van Spanje, alwaar zij bij de diverse bodegas werden rondgeleid.
Maandag 16 maart vertrokken wij naar zee en werd met de opmars naar Nederland begonnen alwaar we al oefenend afmeerder te Den Helder, waarmede een einde kwam aan de winterreis 1964.
*********************